Als klein meisje sta ik in de keuken waar mijn moeder weer iets heerlijks aan het voorbereiden is. Ik ruik knoflook en het vocht van de gekookte groene boontjes die ik samen met mijn moeder, die ochtend bij de boer uit de straat, heb gekocht. Ze snijdt een uitje heel fijn en zie het mes op en neer gaan. Ik raak een beetje in trance door het ritme van het mes. ‘Mama, waar gaan we naar toe als we dood zijn?’, vraag ik geheel zonder dat ik weet waarom ik de vraag stel.
Moet je geloven om in de hemel te komen?
Ik zie dat mijn moeder het ritme van het snijden van de ui loslaat en ze staart naar het keukenraam. Haar gedachten dwalen af en ze zoekt naar een antwoord. ‘Ik weet het niet schatje, maar het is heel verdrietig om iemand te verliezen.’ Mijn moeder hervat het snijden en ik vraag haar: ‘Mama, waarom moet je in de kerk geloven om te denken dat je dan naar de hemel gaat?’ Mijn moeder zucht en ze weet dat eigenlijk niet.
Kan liefde ontstaan als we eerst een lijdensweg moeten belopen?
Als we in de kerk op zondag een dienst bijwonen, tuur ik vanaf mijn harde houten kerkbank naar alle schilderijen die aan de zijkanten van de kerk geplaatst zijn. Het ene leed na het andere leed komt voorbij om uiteindelijk de dood te bereiken. De schilderijen van de wederopstanding vind ik wel mooi want daar schijnt het licht en bestaat uit liefde. Ik vraag me af waarom we altijd pijn en schuld in het leven moeten beleven om daarna pas liefde te voelen… Er bekruipt me een gevoel van hypocrisie. Ik begin de bakstenen van de grootste toren te tellen. Ik wil even mijn gedachten verzetten want ik kan het niet bevatten. Waarom kunnen we het leven nu niet vieren en blij zijn? Waarom moeten we een weg bewandelen met alleen maar pijn dat voornamelijk door anderen of onze eigen beperkende gedachten wordt aangedaan?
Wat als we nog meer liefhebben?
Nu 50 jaar later weet ik als geen ander dat de indoctrinatie van opvoeding en waarden en normen je een hele donkere kant van het leven kan laten zien. Hoe mooi zou het zijn als we ons eigen licht laten schijnen door bijvoorbeeld naar de ander oprecht te glimlachen, elkaar vriendelijk te bedanken en te genieten van die ene vlinder die voorbij komt of een dansje te maken bij een lekker liedje? Zou het leven ook simpeler kunnen zijn?
Herkenning van liefde uit andere tijden
Ik weet nu dat de dood niet het einde is. Want waarom herken ik zoveel zielen die ik heb leren kennen. Is dit een herkenning vanuit een ander leven? Daar waar ik afscheid van hen heb genomen of zij van mij. Dat we rouwen als een geliefde ziel overlijdt. Hebben we dan niet alles uit het leven gehaald wat de bedoeling is?
Stel je nou eens voor…
Stel je hebt een zoon en jou wordt verteld dat jullie vroeger een gelukkig getrouwd stel waren? Dat je vriendin, een zus van je is geweest? Of dat je ex partner een broer van je is geweest? Dat je een goede vriendin nu hebt waarmee je in een ander leven als nonnen hebt geleefd? Dat je een trouwe vriend hebt die jouw priester was? Dat je verliefd wordt op iemand en dat een tweeling broertje of zusje is geweest …?
Stel…
Stel dat we zouden kunnen traceren waarom we bij elkaar komen. Stel dat we begrijpen wat we eerder in andere levens hebben gedeeld. Hoe zou je daar nu mee omgaan?
Ik voel aan alles dat we meerdere levens met elkaar doorlopen. Als de mogelijkheid zou bestaan of je kunt dit traceren, zou je dan nog meer liefde en geluk met elkaar willen beleven ondanks de aardse problematiek van deze tijd? Zou je dan eerder gebeurtenissen kunnen vergeven? Zou je het dan liefdevoller met elkaar omgaan of er meer voor elkaar zijn?
Voel je je comfortabel bij iemand en alles verloopt geruisloos? Of herken je iemand zonder te weten waarom en ervaar je conflict maar kun je elkaar niet loslaten?
Zou je huidige leven te maken hebben met vorige levens? Kan het zijn dat onze lessen herhaald worden totdat we ervan geleerd hebben? Zouden we geleid worden door engelen en zielen die niet gereïncarneerd zijn? Ik ben benieuwd wat jij meemaakt in dit leven waarmee je mensen of dieren herkent vanuit een ander leven.